De dag was warm. Nu is het aangenaam koel maar de kruidige geuren hangen nog boven de weilanden. Op de Scheldedijk zijn we heel wat fietsers en wandelaars tegengekomen maar hier in de meersen is het stil.
In de schemering staan we te luisteren naar de wind in de canadapopulieren.
Tegen de verkleurende lucht tekent zich een zwerm vogels af die onder luid gekras naar hun slaapplaats trekken in een nabijgelegen bosje.
Er roept een fazant.
In het populierenbosje begint iets heftig piepend misbaar te maken onder de braamstruiken. In de begroeiing is een duidelijke wissel te zien.
Een spoor van de vos die we hopen te zien of van het ‘iets’ onder de bramen?
Wachten is de boodschap, tot na zonsondergang voor wie iets van het nachtleven wil zien. Maar zoveel tijd hebben we niet, niet vanavond.
Nog even wachten. Nog steeds geen vos te zien.
We gaan langzaam naar huis en troosten ons onderweg met hazen en konijnen, heel veel konijnen.